Letterzetters

Geheimschrift

De heldergrijze wolken in de verte leken net Alpen. Zwitserse en Oostenrijkse bergen, beladen met sparren. Maar we waren in Boswachterij Ruurlo. Geen bergen, wel sparren. Ze bezorgden ons nog even een kerstgevoel, al zaten er geen kaarsjes aan. Traditiegetrouw blijven de lampjes in kerstbomen tot Driekoningen branden, daarna worden ze afgedankt. Hoe goed je ze binnenshuis ook verzorgt, met water en voedingssupplementen, de sparren waren liever in het bos blijven staan. Dat maken ze kenbaar door steeds meer naalden te laten vallen. Toen we na het overlijden van mijn vader het ouderlijk huis leeghaalden, inclusief het tapijt, troffen we daaronder de naaldresten aan van misschien wel alle kerstbomen die onze jeugd jaarlijks hadden opgesierd.
Buiten vergaat het de spar niet per se beter. Waar we zondag de wandeling begonnen, hing een briefje aan een houten paal. We lazen: “Letterzetter. Zaagwerkzaamheden i.v.m. zieke bomen.”
Fijnsparren kunnen vijftig meter hoog worden, huiskamers volledig ontstijgen; letterzetters blijven piepklein, een paar millimeter maar. Hun Latijnse naam luidt Ips typographicus, het zijn de boekdrukkers van het bos. Al lang voordat Johannes Gutenberg de boekdrukkunst had uitgevonden, gingen de letterzetters sparren te lijf. Andere bomen laten ze met rust, zoals de beuk, waarvan het woord ‘boek’ is afgeleid. De typografie die ze op de ontschorste boomstam nalaten, valt niet te ontcijferen. Het lijkt een geheimschrift. De tussenstand van een scrabble-toernooi in een volstrekt vreemde taal.
Letterzettervaders, -moeders en letterzetterkinderen zetten zich om beurten aan het schrijven. Eerst ontdekt de mannetjeskever een geschikte spar om zichzelf naar binnen te boren. Onder de bast bouwt hij een ontvangstkamer, vervolgens zet hij zelfgeproduceerde chemische middelen in, waar vrouwtjes op afkomen. Meer dan één: letterzettermannetjes houden er harempjes op na. Na de paring graven de vrouwtjes nieuwe gangen, waarin ze eitjes leggen. De larven knagen zich dan weer dwars door die gangen heen: zo ontstaan de lettertekens. Eén spar kan duizenden letterzetters aan zich binden en verandert op den duur in een reusachtig boek. De boom gaat daaraan ten onder.
Die kale staken in het bos vormen een somber beeld, dat voor fotografen en schilders overigens aanlokkelijk kan zijn. In principe is er helemaal geen reden voor treurnis. Letterzetters hebben het voorzien op verzwakte bomen. En verzwakt zijn ze, die sparren. Lange periodes zonder regen eisen hun tol. De aanmaak van hars, hun harnas tegen indringers, wil niet meer vlotten. Fijnspar en douglas, van oudsher geen Nederlandse soorten, staan soms in groten getale bijeen in vrij eentonige bossen, dat maakt ze extra gevoelig voor ongemakken zoals droogte.
De letterzetters zijn niet het probleem, maar de oplossing. Met z’n allen dunnen ze het bos op natuurlijke wijze uit. Jonge aanwas kan zich weer doen gelden, ook van de fijnspar zelf: letterzetters hebben geen interesse in onvolgroeide boompjes. Staatsbosbeheer versnelt dit ecologische proces met zaagwerkzaamheden, zoals op het briefje aangekondigd: “In juli kunt u de zaagmachines aan het werk zien.” Dat zal een hoop herrie geven.
De voorbereidende letterzetterwerkzaamheden zijn niet alleen onleesbaar, maar ook onhoorbaar voor ons.

© 2022 sander grootendorst / Achterhoek Nieuws