natuurvertaler

Brandhaard Achterhoek

De huidige Achterhoek was 450 jaar geleden een ‘brandhaard van de wereldpolitiek’, aldus de samenstellers van het nieuwste Jaarboek Achterhoek & Liemers. Ze ageren tegen een ‘hollandocentrische’ geschiedschrijving.

De naam van deze rubriek zou eenmalig moeten worden gewijzigd in SanderLuistert. Nee, niet naar een luisterboek. Gelezen heb ik het Jaarboek Achterhoek & Liemers (2022) ook, maar vooraf mijn oren gespitst bij wat Loek Kemming en Leo van Dijk vertelden tijdens een ontmoeting in een Zutphens restaurant. Deze bespreking is tevens een kort verslag daarvan.
Het Jaarboek heeft jaarlijks een specifiek thema en dit keer is dat zelf ook een jaar: 1572. Nederland is in 2022 vergeven van activiteiten die herinneren aan wat  450 jaar geleden gebeurde. 1572 wordt beschouwd als het ‘geboortejaar’ van ons land. Al is dat wel een simplificatie. De vraag is bovendien: hoezo ‘ons’?
Leo van Dijk, redacteur: “Wij wilden met dit boek tegenwicht bieden aan de hollandocentrische geschiedschrijving. Op school leerden we over het Beleg van Alkmaar, over Leiden, de Geuzen in Den Briel, de onthoofding van Egmont. Allemaal feiten, maar wat was het grote plaatje? En vooral: het oosten kwam er niet aan te pas.” Loek Kemming, hoofdredacteur en vormgever: “Aanvankelijk waren we beschroomd om het onderwerp op te pakken, maar toen we er dieper in doken, konden we onze missie er moeiteloos uit destilleren. Er bleek ook heel veel goede documentatie te zijn, bijvoorbeeld over de strijd om Huis Bergh.”
De hoofdstukken van het Jaarboek werden door de diverse auteurs geschreven vóór de oorlog in Oekraïne, maar toen Putin die eenmaal was begonnen, zagen Van Dijk en Kemming een duidelijke link: “In wezen gaf de Staten-Generaal het oosten gewoon over aan plunderaars. Het is in wat nu de Achterhoek heet een verschrikkelijke tijd geweest,” zegt Van Dijk. Kemming: “De Achterhoek werd gezien als buffergebied, daar werd de strijd tussen Spanjaarden en Nederlanders uitgevochten. Het maakte voor de bewoners weinig uit welk leger de overhand had, geroofd en vernield werd er toch. De huursoldaten – vaste legers had je nog niet – werden slecht betaald en het kon zomaar zijn dat ze bij een volgende veldtocht tot de tegenpartij behoorden.” “Het was één rommeltje”, vat Van Dijk kortweg samen. 

Tragische figuren
Twee ‘tragische figuren’ springen uit het gesprek en uit het boek naar voren: 1. Graaf Willem IV van den Bergh, heer van de kastelen in ’s-Heerenberg en Ulft die hij was kwijtgeraakt aan de Spanjaarden en koste wat kost wilde terugveroveren. 2. Fadrique Álvarez de Toledo oftewel Don Frederik, de zoon van Alva, die de strategische capaciteiten van zijn vader ten enenmale ontbeerde. In Spanje raakte hij volledig uit de gratie, zijn portret is weggestopt in een afgelegen klooster. Kemming reisde naar de Spaanse provincie Zamora om het voor het Jaarboek te kunnen vastleggen. Ontevreden als hij was over de kopieën die hij op internet aantrof. De Jaarboek-redactie is niet over één nacht ijs gegaan en dat is op elke bladzij te merken, tekstueel en visueel.
Het kloosterbezoek zelf had óók invloed op de kwaliteit van het boek, zeg maar: de doorleefdheid ervan. Kemming: “Lopend door de originele, laat-middeleeuwse zalen voelde ik de macht die het klooster ooit uitstraalde. Er zitten nog nonnen die het leven van eeuwen geleden leven. Ik waande me in die periode.”
Vergelijkbaar effect, maar dan om de hoek: “In Bredevoort is in 1966 een Spaans officierszwaard gevonden bij het uitdiepen van een kelder. Ik ben erheen gegaan, naar de Kerkstraat, die in 1572 aan de stadsgracht lag. Bij de verbouwing is ook een rooster voor vlees of vis opgedoken. In gedachten zag ik de mannen langs de stadsgracht een visje bakken. Hun aanwezigheid was opeens heel nabij. Het kleine, menselijke, in de brandhaard van de toenmalige wereldpolitiek. Ik vroeg me ook af wat zo’n officier bezield moet hebben om naar het verre noorden te trekken? Puur omdat hij beroepsmilitair was? Of was het ook zijn geloof?”
Van Dijk: “Ze hebben allemaal in deze contreien rondgelopen hè, Willem van Oranje, Alva.” In de Achterhoek gebeurde het. En de ellende was gigantisch.
Wat dat geloof betreft: De fanatiek rooms-katholieke Spanjaarden wilden het opkomend protestantisme in het noorden een halt toeroepen. Maar zo zwart-wit was het ook weer niet, want toen de mannen van Willem van den Bergh Doetinchem zouden ‘bevrijden’, werden ze niet met gejuich ontvangen, het was een katholiek stadje. De gewone man en vrouw hielden zich sowieso niet met godsdienstige twisten bezig, ze waren veel te druk met overleven.
Het progressieve Zutphen zette de poorten voor de Berghse troepen wagenwijd open. Waarvoor het vervolgens door Don Frederik genadeloos werd afgestraft. Berucht is het beeld van overal opgehangen en in de IJssel gedumpte Zutphenaren. Of waren dat geen Zutphenaren, maar leden van een Waals leger dat de stad onder controle hield? Die oorspronkelijk trouw aan Spanje hadden gezworen, maar geen woord hielden, tot grote woede van Alva en de zijnen?
Ook na het gesprek blijven allerlei vragen over. Maar veel zijn er beantwoord en het beeld van de Tachtigjarige Oorlog, beter gezegd ‘de Opstand’, is na lezing van het lijvige Jaarboek voorgoed gekanteld. De auteurs zijn in hun missie geslaagd.

Loek Kemming (eindredactie), diverse auteurs: Jaarboek Achterhoek & Liemers 45. Uitgave Mr. H.J. Steenbergen-Stichting

In Huis Bergh, 450 jaar na dato.

© 2022 sander grootendorst / Achterhoek Nieuws

Mobiele versie afsluiten