In de ban van de kaarsenkroon

De middeleeuwse kaarsenkroon in de Zutphense Walburgiskerk heeft nog lang niet al zijn geheimen prijsgegeven. Specialist Aartje Bos ontrafelde er in haar nieuwe boekje toch weer een paar.

“Ik ben nu echt klaar. Maar natuurlijk kunnen anderen het onderzoek naar de kaarsenkroon voortzetten. Misschien in de archieven van kanunnink Gerrit van Bronckhorst? Of van schilder Herman Maelwael?”
Dat zei Aartje Bos bij de presentatie van een nieuwe uitgave over de veertiende-eeuwse Zutphense kaarsenkroon. Oorsprong en bedoeling van deze kerkverlichting in de vorm van een reusachtige kroon met gouden gotische letters en tal van afbeeldingen waren lange tijd in nevelen gehuld. Tot op heden zijn niet alle raadsels opgelost. Vandaar de titel van de publicatie die woensdagavond het licht zag: Het geheim van de kaarsenkroon. In 2006 verscheen van de hand van Aartje Bos een boek over het fenomeen; het bleef haar daarna fascineren.
De presentatie vond vanzelfsprekend plaats in de Walburgiskerk, het publiek had niet alleen zicht op de sprekers, maar ook – in de verte – op het onderwerp van het boekje, deel twee van de Walburgisreeks.
Voorafgaand aan de eigenlijke plechtigheid had een klein gezelschap, gezeten onder het magnifieke kunstwerk, liedjes gezongen om het verhaal van de kroon ook op die manier uit te dragen. Of, anders gezegd: om de kroon muzikale kleur te geven. En kleuren hád de kroon, zoals zoveel andere, later compleet afgebladderde middeleeuwse kunstwerken. De kaarsenkroon verloor zijn laatste beetje kleur overigens niet door de tand des tijds, schrijft Bos: ,,Helaas liet Monumentenzorg alle kleurresten afscheuren, tot grote woede van restaurator Brom en tot teleurstelling van de huidige bezoekers van de kerk.”
Middeleeuwen-deskundige professor Johan Oosterman van de Radboud Universiteit ging in zijn toespraak ook op de kleurenkwestie in. “Wat nu zwart metaal is, was toen helemaal beschilderd. Ik denk niet dat de tegenwoordige Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed toestemming geeft om er met een kwastje overheen te gaan. Maar het is een idee om een 3D-scan van de kaarsenkroon te laten maken en te proberen daarop de schildering terug te brengen. Wellicht is dat een vervolgproject op het werk van Aartje.”
In zeshonderd jaar verliet het gevaarte slechts één keer de kerk: om onderdeel uit te maken van een expositie over hertogin Maria van Gelre (1380-1428?) in het Nijmeegse Valkhofmuseum, waar Oosterman gastconservator was. ,,Ik heb me toen wel zorgen gemaakt om de verplaatsing. Zouden de metalen banden niet uit elkaar klappen? Maar het is allemaal goed afgelopen.”
Maria van Gelre heeft de zogenoemde Jeruzalemluchter in Zutphen vermoedelijk met eigen ogen aanschouwd. Tienduizenden bezoekers deden dat in 2018 in het Valkhof. ,,Dat heeft sterk bijgedragen aan de bekendheid,” zei Oosterman. Ook in Zutphen zelf, veronderstelde hij: ,,Het besef dat de stad een van de bijzonderste kunstvoorwerpen uit de Nederlandse middeleeuwen in huis heeft.”
Oosterman prees de werkwijze van Aartje Bos. ,,Ze leert ons kijken, neemt ons mee in haar zoektocht. Wat zien we eigenlijk? Wat vertellen bijvoorbeeld die eenhoorns ons? Je kunt het boekje het beste lezen als je hier bent. Aartje interpreteert de Jeruzalemluchter als bruidskroon, een verwijzing naar het Hooglied. Ze maakt ook aannemelijk dat de betekenis in de middeleeuwen per persoon kon verschillen, al naar gelang wat je religieuze bagage was.”
Bestuurslid Herman Krans van de stichting Walburgiskerk overhandigde het eerste exemplaar van Het geheim van de kaarsenkroon aan cultuurwethouder Sjoerd Wannet. Het was diens zesde werkdag. Krans: “De kaarsenkroon heeft waarschijnlijk ooit vlak voor de ingang van de raadskapel gehangen, de band tussen overheid en geestelijkheid was zeer nauw. Hoe toepasselijk is het om de nieuwe wethouder een boekje te kunnen aanbieden over het oudste in Zutphen aanwezige cultuurgoed dat nog altijd functioneert.”

© 2022 sander grootendorst / Achterhoek Nieuws