Zie de mens, zie het detail

Een rouwkaart in de bus. Envelop geopend. Ik keek diep in het hart van een rode bloem. Haarscherpe meeldraden.
De foto herkende ik van ongeveer een jaar geleden. Op Facebook gezien. Gemaakt en gepost door Bart Mendelson. “Om deze dag iets op te fleuren (foto in mijn kleine studio)”, had hij erbij geschreven. Ik had foto en bijschrift geliket.
De foto fleurde nu de rouwkaart op. Bart Mendelson is op 19 januari overleden, hij werd 63 jaar.
Had hem al een tijdje niet meer gezien bij de synagoge, dat zegt in deze drukke tijden weinig, maar nu viel het kwartje. Met hart en ziel betrokken was hij bij de wandelingen door Joods Zutphen. Altijd een zwaai of een vriendelijke knik als we elkaar zagen. Hoe vaak zal hij al met al de deelnemers hetzelfde verhaal hebben verteld? Ik kreeg, ertegenover wonend, flarden mee. Hij sprak bevlogen, meende wat hij zei, maar constant lag ook een kwinkslag op de loer, niet zozeer een relativering van de ernst van het verhaal, maar meer een humoristische opmerking om iedereen op subtiele manier bij de les te houden. Soms ook wel met ongeveer deze strekking: ‘Zie de mens, hoe klein zijn wij, maar wij zijn veel waard.”
Deze omschrijving geldt ook voor Bart Mendelson, de politicus. Zo leerde ik hem kennen, hij zat in de fractie van GroenLinks. Welbespraakt, to the point, nooit lang van stof. Waar anderen hun standpunten van hele inleidingen konde voorzien, hield hij het veelal bij hooguit enkele zinnen. Toen in 2002 het ‘dualisme’ was ingevoerd – een duidelijkere scheiding tussen college van B en W enerzijds en gemeenteraad anderzijds – moesten raadsleden van hun zitplaats naar een centrale microfoonstandaard lopen om hun zegje te doen. De eerste vergadering nieuwe stijl had plaats in de hal van het stadhuis. De eerste die een vraag had, was, niet onverwacht Bart Mendelson. Met zijn nogal gezette postuur – later zou hij afslanken – wurmde hij zich tussen de tafels door richting het spreekgestoelte. Om daar vervolgens één enkele zin uit te spreken, die veel korter duurde dan de tocht heen en terug. Het mooie was dat iedereen het grappige ervan inzag, maar dat het serieuze van de vraag daar niet onder leed. Bart Mendelson in een notendop.
Ook na zijn raadsperiode heb ik hem in mijn hoedanigheid van journalist nog menigmaal gesproken. Bijvoorbeeld in 2014, over de publicatie van een boek over Joodse onderduikers, dat hij samen met Peter Kooij had geschreven. We hadden met de fotograaf van de Stentor afgesproken bij de ingang van de Joodse begraafplaats.

En je kwam zijn naam met enige regelmaat tegen in de brievenrubriek van dagblad Trouw. Onder meer over wat het betekent om Joods te zijn: in hoeverre moet je voldoen aan het hiërarchische systeem dat daarmee van oudsher verbonden is? Heb daar met hem ook wel eens over gesproken. Wie niet voor honderd procent leeft conform de eeuwenoude zeer strenge regels, moet desondanks niet worden buitengesloten, stelde hij. Mendelson ging het er op de eerste plaats om wie je bent, wie je weet en voelt dat je bent. Overeenkomstig zijn opvatting dat het je taak is als politicus om ervoor te zorgen dat zo min mogelijk mensen uit de boot van de samenleving vallen.
Dat fotografie zijn grote hobby was, wist iedereen die hem op Facebook volgde. Hij deed macrofotografisch verslag van wandelingen rond De Vijver nabij zijn huis, we kregen ganzen en bloemen, maar ook zweefvliegen, wantsen en bijen onder ogen. “Zie het insect, hoe klein het is, maar het is veel waard.”
In zijn huis had hij recentelijk een kleine studio ingericht om portretfoto’s te maken. Ook die toonde hij ons op Facebook. Zie de mens…
De rouwkaart vermeldt een datum: Op 5 januari 2022 plaatste Bart Mendelson een bloeiende rode amaryllis in het black light van zijn studio en legde diepte en schoonheid fotografisch vast. Om ons op te fleuren, tot in lengten van dagen.

Bart Mendelson (1959-2023) is op 25 januari begraven op de Oude Begraafplaats aan de Warnsveldseweg.


Foto Bart Mendelson