Op weg naar de ijsvogel

Wie een ijsvogel ziet, raakt in een staat van lichte verrukking. Blijkt steeds weer uit inzendingen voor de rubriek Waarnemingen in dagblad de Stentor.
Vanaf een drukke weg fietsten mijn zus en ik het Amsterdamse Bos in. We stopten op een bruggetje. De boomkruinen boven een gracht filterden subtiel het herfstlicht. Een ijsvogel scheerde laag over het water.
Het leek op landgoed De Ehze bij Almen, maar het was vlak bij Schiphol. Een Boeing scheerde laag boven de uitspanning waar we muntthee dronken.
In de trein terug las ik in het nieuwe boek van Joke Hermsen. Over Chronos, de chronologische tijd, en Kairos, de gevoelde tijd. Het vliegtuig vloog in de chronologische tijd, de ijsvogel in de gevoelde. Twee compleet verschillende ervaringen binnen vrijwel dezelfde ruimte. Die paar minuten dat we op het bruggetje stonden, duurden wel een half uur. Die paar seconden ijsvogel staan op mijn netvlies gebrand.
Om het vol te houden in de drukke chronologische tijd moet je ook in de gevoelde tijd verblijven. Waar zich het kunstzinnige en filosofische bevinden. En de natuur.
Toch kun je niet zonder. Dan zou je de trein, op weg naar de ijsvogel, nooit halen.
Op de heenweg hoorde ik een vrouw haar leeftijd aan een andere vrouw verklappen: 86. Iedereen kon meeluisteren naar haar spraakzaamheid. Ze was van de week met de Regiotaxi naar haar zoon in Harfsen geweest en nu op weg naar haar dochter in Amsterdam. 
Op station Driebergen-Zeist zei ze: ‘Het schiet al aardig op.’ Het klonk uit de mond van een 86-jarige haast ironisch. Ze bedoelde de chronologische tijd, wilde snel bij haar dochter zijn. Hopelijk heeft haar dagje Amsterdam net zo lang geduurd als voor mij en mijn zus. Al was het zo voorbij.


© sander grootendorst | de stentor

Geef een reactie